Onze voorouders leefden rond 1900 in een wereld die in weinig of niets te vergelijken valt met het heden. Door de armoede was alcoholgebruik vaak een vluchtweg geworden met alle gevolgen van dien.
Ontspanning was steeds in groepsverband en met de nodige alcohol. Ook voor zware arbeid was men op elkaar aangewezen en was hulp de normaalste zaak.
In het museumke is een plaats met open haard en toog opgericht. Het was de plaats waar men vertier zocht, zoals de gilden, kaartspelen, biljarten…